Jeffrey Wijnberg: de econoom onder de psychologen

Ja we weten het: economen hebben een beperkt wereldbeeld

Als traditioneel econoom krijg ik van met name psychologen al jaren te horen dat het wereldbeeld van economen erg eenzijdig en beperkt is. Cynisch misschien zelfs. Altijd maar weer gaat het over winst, nut, rendement en voordeel. Zelfs de keuze van je partner is uiteindelijk de resultante van een economische afweging. Liefde, geluk: het wordt allemaal omgezet naar de taal van de voor- en nadelen. Ethiek (of iets waaruit blijkt dat de mens meer is dan een rationele afwegingsmachine) speelt geen rol.

Ik ben het daar overigens van harte mee eens: de mens is veel complexer dan een rationele rekenmachine waar economen hem voor houden (wat weer niet wil zeggen dat alles wat economen beweren onzin is!). Gedragseconomen proberen daarom al enkele decennia de economische wetenschap aan te vullen met andere inzichten. In een vorige blog besprak ik een boek van Dan Ariely waarin hij laat zien hoe we allemaal kunnen frauderen maar dat lang niet altijd doen omdat we daar zelf beter van worden. Het is misschien nog niet de theorie die psychologen graag zien waarin we allemaal spontaan gaan samenwerken aan duurzame oplossingen die goed zijn voor de totale gemeenschap op de langere termijn, maar wie weet ..

Enter: Jeffrey Wijnberg

Sinds een paar weken ben ik het nieuwe ‘KOBO plus’ abonnement aan het uitproberen. Het is een soort ‘Spotify’ voor boeken. Het abonnement kost je € 10 in de maand en wordt aangeboden via een samenwerkingsverband van e-reader-fabrikant KOBO en online-winkel Bol.com. Je kunt onbeperkt boeken lezen uit een voorraad van zo’n 40.000 titels. Niet alle boeken-leveranciers doen nog mee en ook niet alle recente boeken staan in de voorraad. Als econoom zou ik dan zeggen: als je normaal gesproken 1 of meer boeken per maand koopt die nu in de kobo-plus-voorraad zijn opgenomen, dan is het een goede deal.

Afijn, al grasduinend in die voorraad kwam ik op de (vele) boeken van psycholoog en therapeut Jeffrey Wijnberg (overigens de vader van Correspondent-oprichter Rob Wijnberg, in de boeken komt ie regelmatig terug als zoon ‘Robbie’). Wijnberg is opgegroeid in de VS, kwam met een accent naar Nederland en heeft o.a. in Groningen psychologie gestudeerd. Hij gaat er prat op dat ie de eerste zelfstandige therapeuten-praktijk in Noord-Nederland is begonnen. En dat ie daar een goede boterham aan verdient (in combinatie met de verkoop van zijn boeken). Sedert jaren is Wijnberg binnen Nederland een van de voormannen van de stroming ‘provocatieve psychologie’. Wijnberg schrijft al jaren regelmatig een column voor De Telegraaf (volgens mij de belangrijkste input voor zijn boeken, volgens recept: columns -> bewerking / verzameling -> boek). Schrijven achter zijn Apple is bijna een verplichting want ‘niets doen’ wordt door zijn vrouw niet gewaardeerd (en ja, als je moet kiezen tussen (betaald) schrijven en (onbetaald) het gras maaien …). Ik dwaal af.

Van naïef naar provocatief

Ik baseer me op twee boeken uit die behoorlijke voorraad. ‘Niemand is iemand zonder de ander’ (2009) en ‘Hoe erger hoe beter’ (2013, maar is een bundeling van eerdere publicaties). Mijn punt: ben ik daar al jaren bezig het beperkte beeld van de econoom bij te stellen (indachtig de vele kritiek (feedback!) van psychologen en therapeuten), zie ik hier een psycholoog/therapeut die het omgekeerde aan het doen is. De strekking is ongeveer als volgt: ooit ben ik begonnen als naïef psycholoog, nu pak ik het anders aan (en ben ik provocatief therapeut).

Waarom is wat ik eerst deed (en de meeste andere therapeuten nog steeds doen) naïef? Omdat aandachtig luisteren en instemmend en begrijpend knikken en meevoelend inleven in de patiënt diezelfde patiënt lui maakt. Wijnberg merkt op zeker moment dat hij zelfs misbruikt wordt door zijn klanten om ze van een bepaald stempel te voorzien zodat ze in aanmerking komen voor een uitkering. En altijd dat gewroet in het verleden! En weer terug naar je jeugd! Vooral bedoeld om de psycholoog aan het werk te zetten en hem de gelegenheid te geven iets slims te melden. Hoezo zou je moeten snappen hoe het ontstaan is om het te kunnen veranderen?

Tot er ergens een moment komt dat Wijnberg er genoeg van heeft, het roer omgooit, het anders gaat aanpakken. Het oude is te soft, te meegaand, te ‘eromheen-draaierig’, te tijdrovend, te weinig effectief, te luxe, kortom: niet effectief. Dat moment van ‘het roer moet om’ kan ik ook wel ergens in de teksten van Wijnberg terug vinden, maar heb daar geen aantekening van gemaakt en ga daar nu ook niet naar zoeken (maakt het wat uit hoe het is ontstaan? Nee toch zeker!).

Vandaar dus meer zakelijk, meer to the point, meer meteen op je doel af, meer NU aanpakken en confronteren. Wijnberg past het ook toe in zijn eigen zakelijke dialogen (ik zei al: hij is er trots op een ondernemer te zijn die zijn eigen broek meer dan ophoudt). Belt er een klant op die zich afvraagt hoe iemand zo’n hoog uurtarief hanteert voor zoiets vaags dan is het antwoord van Wijnberg: ‘Tja, vraag ik me ook altijd af, waarom zijn er mensen die zoveel geld betalen voor zoiets simpels en vaags’.

Return of the economist

Maar, en nu kom ik tot mijn punt, Wijnberg lijkt meer econoom dan therapeut (nou goed dan: econoom onder de therapeuten). En dan econoom in de oude verfoeide zin van het woord. Ik geef een aantal voorbeelden (geen letterlijke fragmenten, dat werd me te lang, maar ik kan ze allemaal aanwijzen in genoemde boeken):

  • vriendschappen zijn onderhavig aan het marktprincipe (balans van geven en nemen van diensten).
  • innerlijke motivatie: daar geef ik geen cent om. Mensen moet een wortel worden voorgehouden, dan komen ze in beweging (externe motivatie, geld of deadline).
  • oude relatie verwerken en daar tijd voor nemen? onzin, een nieuwe relatie werkt veel beter. Mensen zijn zo inwisselbaar als fietsen.
  • Mensen zijn van nature lui. Ze gaan voor de comfortabele weg, hoogste resultaat met minste inspanning.
  • Mijn persoonlijke onderzoek toont aan dat het om de knikkers gaat, als het spel leuk is dan is dat mooi meegenomen.
  • Mensen hebben een natuurlijke afkeer van verlies, streven daarom altijd voor de winst, desnoods op grove wijze.
  • Diepgaande gesprekken? Die staan zwanger van ellende, wil je niet horen, voor mij persoonlijk gaat het om oppervlakkige contacten dan kan ik er weer fris tegenaan.
  • Zakkenrollers en pestkoppen: pakken de zwakste mensen, met minimale inspanning maximaal resultaat. (= fraude theorie van economen, kleine pakkans etc)
  • Macht is prima, zelfs een voorwaarde om te kunnen overleven (mens is geneigd naar kwade).
  • Ga voor de winst, met het mes op tafel, uw vijand een lesje leren, dwingen om rekening te houden met u. Bereid zijn het machtsspel met anderen te spelen.
  • Ontrouw: heeft te maken met menselijke natuur (zie eerder: fraude theorie, waar (gedrags-)economen nu dus ervan uit gaan dat ethiek ook een rol speelt).
  • Mensen veinzen vaak dat ze zich willen verbeteren, maar het is een truc om hun eigen hachje te redden.
  • Wat heeft u als mens te bieden zodat anderen een vriend van u willen worden?
  • Mens neigt van nature naar gemakzucht. Nogal lui aangelegd, wil obstakels vermijden.
  • Rijk en financieel onafhankelijk: dat nastreven is onderdeel van menselijke natuur.
  • Passend werk willen? Vaak een truc om een riante wachtgeldregeling op te strijken (waarvoor ik als psycholoog wordt misbruikt).
  • Directeuren die de maatschappelijke ladder beklimmen? Niet omdat ze zo bevlogen zijn, maar om eigen salaris en bonus te kunnen bepalen.
  • Ondernemers: bieden slecht product aan tegen te hoge prijs. Maar net zodat klant het accepteert (repressieve tolerantie van klant benutten).
  • Belangstelling veinzen slecht? Welnee, een geveinsde houding zal zich vaak uitbetalen in wederkerigheid. Maakt me niet uit hoe ‘echt’ het gevoel is want het raakt me toch.

De deurmatten-theorie

De mens wordt vooral gewaardeerd omdat hij nut heeft voor de ander. Maar ik moet toch ook gewaardeerd worden om ‘wie ik ben’? Gelul! Als je voor de ander niks meer kan betekenen, dan houdt het snel op. Je denkt toch niet dat die vrienden blijven komen als je er alleen maar ‘bent’ zonder dat hun voordeel helder is? Komt die vriend alleen maar omdat jij toevallig een mooi zwembad in de tuin hebt? Wees blij dat ie komt, dat je nut hebt voor een ander, dat kan niet iedereen zeggen.

Als deurmat behandeld worden? Wees blij, er is behoefte aan deurmatten. Er is veel vraag naar deurmatten, niet moeilijk doen. Ga gewoon werken, ook al is dat simpel werk. Ga werken en heb nut! Dan komt dat goede gevoel vanzelf (of niet, en dan gewoon pech).

De man? De man is de geldautomaat voor de vrouw, want de man is er om de ambities van de vrouw geldelijk te kunnen waarmaken. Een man levert het geld en de vrouw die baart, dat is de deal van de natuur. En je vrouw heeft altijd wat te mekkeren, is altijd ontevreden? Natuurlijk is de vrouw altijd ontevreden: want anders houdt de man op de geldautomaat te (willen) zijn. De man houdt op prestaties te leveren als de vrouw tevreden is. Not good.

I rest my case.

Plaatje!

Beetje dit plaatje dus (het heet hier niet voor niets ‘blokjes en pijltjes’!):

Overwegingen

Ik heb nog de volgende eindoverwegingen:

  • Hè hè, eindelijk een therapeut die wakker wordt en ziet dat de economie ook een rol speelt. Natuurlijk spelen mensen (soms) een spelletje, natuurlijk wordt er ook misbruik van je gemaakt, natuurlijk speelt macht en geldelijk gewin een grote rol. Een herwaardering van de lelijke economie die weer een rol krijgt in de dialoog met de patiënt. Zodat ik tegen collega Guus Hustinx kan zeggen: die speltheorie (en hoe die naar een fenomeen als ‘samenwerking’ kijkt) is nog niet zo verkeerd.
  • Heeft Wijnberg bewust studie gemaakt  van wat basis-economie, kent hij bijvoorbeeld het werk van Gary Becker? Nergens wordt er een verwijzing gemaakt naar welke econoom dan ook. Of is het gewoon een gevolg van praktijkervaring en logisch nadenken?
  • Kiest Wijnberg hier slim voor een niche in de therapeuten-wereld? Het kwartje dat viel was: ik moet het op een andere manier aanpakken wil ik me kunnen onderscheiden?
  • Is het een andere manier om hetzelfde doel te bereiken (nl de patiënt verder helpen)? Is het puur pragmatisme en effectiviteit? Of hebben we hier te maken met een ander wereldbeeld en andere overtuigingen van deze schrijver/therapeut? Het kan haast niet anders dan dat Wijnberg ook echt vindt wat hij schrijft, hij vindt dat mensen van nature lui zijn en voor minimale inspanning gaan. Maar dat betekent dan toch ook dat je niet de moeite kunt/wilt nemen je te verdiepen in die patiënt als hij er niet ook gewoon fors voor betaalt? De therapeut doet het immers (ook, vooral) om er zelf beter van te worden.
  • Wil Wijnberg ons gewoon wakker schudden? Zijn boodschap is dat we zijn doorgeschoten in de luxe-luisterende aanpak. Doorgeschoten in het idee dat iedereen maar gelukkig kan en moet zijn. Doorgeschoten in dat in zichzelf gekeerde naar binnen gericht individualisme? Dat alles maakbaar en oplosbaar is?
  • Of is en blijft Wijnberg gewoon een Amerikaan? Verder ook niet te veel achter zoeken.

Rudy van Stratum