Reden om naast slimmefinanciering.nl met blog te starten is dat we graag ook over andere onderwerpen dan geld, financiering en rendement schrijven. Zo mag het ook over alledaagse problemen gaan of over hobby’s. In mijn geval zijn dat in ieder geval fietsen en schaatsen. Fietsen met een racefiets en schaatsen uiteraard op het ijs, bij een ijsclub en zo af en toe eens de twee weken wedstrijd, marathons waar ik standaard in de middenmoot eindig. Maar ik hou hoop, deze zomer weer harder getraind dus wie weet.
Bij het sporten wordt ik regelmatig geconfronteerd met belangrijke dilemma’s, waar ik dan een tijdje over nadenk om vervolgens tot een soort logica te komen. Die probeer ik dan over te dragen aan mijn trainingsmaatjes wat meestal niet lukt. Dus ik kan het niet duidelijk uitleggen, mijn trainingsmaatjes zijn niet zo slim of mijn logica klopt niet. Oordeel zelf.
Vandaag een dilemma dat elke racefietser kent. Je fietst op een warme dag in een onbekende omgeving, zo af en toe gaat het omhoog waardoor je je flink moet inspannen. Al snel breekt het zweet je uit en begin je uit je bidon te drinken. Maar, hoe lang ga je daar mee door? Moet je drinken bewaren voor later? Je weet immers niet of en zo ja wanneer je een café of kraan tegenkomt. Ooit was ik met vrienden aan het fietsen in de Alpen, het was warm, we gingen omhoog en één van mijn vrienden besloot dat het verstandig was veel drinken te bewaren voor later. Het klinkt inderdaad verstandig, maar het pakte niet goed uit. Het duurde twee dagen voor hij weer een beetje de oude was.
Eerst wat feiten.
Ik heb geleerd dat ons lichaam voor een groot deel uit water bestaat, zo’n 60%. Je zou denken als het zoveel is dan valt het ook niet op als je wat vocht verliest. Vergelijk het met een hamburger. Die bestaat voor een groot deel uit vlees. Als je wat vlees weglaat valt dat helemaal niet zo op, je kunt ongestraft een paar procent vervangen door soja of paneermeel. Maar bij ons lichaam ligt dat anders, als je meer dan1% vocht verliest gaan je prestaties al achteruit. Niet zo erg als je gewoon een wandeling aan het maken bent of op het strand ligt, maar wel als je met je vrienden een berg op fietst en zeker als je die vrienden ook nog bij wilt houden. Wat het nog lastiger maakt is dat je pas bij 2% vochtverlies een dorstgevoel krijgt. Als je dorst krijgt is het dus al te laat, als je tenminste wat wilt presteren. Bij 4% vocht verlies wordt het nog erger, dan gaat je prestatie met 30% achteruit, bij 6% vochtverlies raak je verward en krijg je coördinatieproblemen. Dan wordt het gevaarlijk, grote kans dat je op een gegeven moment van je fiets valt.
Naast vochtverlies kan je natuurlijk ook vochtreserves hebben. Als je veel drinkt heb je een voorraadje in je maag, darmen en bloed.
In een grafiekje zou het er ongeveer zo uit zien.
De praktijk
Nu gaan we op een warme dag een berg op fietsen. Dat betekent veel zweten en dus veel vochtverlies. Aan de andere kant, we hebben bidons bij ons en komen zo af en toe een kraan of café tegen. De gewenste situatie is zweten en regelmatig drinken en zorgen dat je vochtverlies rondom de nul zit. Als je drinkt loopt het tekort terug, als je niet drinkt loopt het tekort op. Zo ontstaat het onderstaande beeld. Als je het goed doet en drinken in overvloed hebt dan zorg je dat het vochttekort ten alle tijden onder de 1% blijft.
Nou gebeurt het bij een fietstocht regelmatig dat je niet genoeg drinken bij je hebt en meestal weet je dat al vooraf. Het wordt een lange tocht, het is warm, je gaat een berg op en de kans dat je een café tegenkomt is klein. Stel dat je voor 5 keer bijtanken drinken bij je hebt en je je aan het vaste patroon houdt dan krijg je onderstaand beeld, het basisscenario, doen of er niets aan de hand is.
Het loopt niet goed af, wat kunnen we allemaal bedenken om dit te voorkomen?
Een beetje bewaren (ergens dus een drinkbeurt overslaan).
Minder drinkmomenten en dan meer drinken.
Langer wachten tussen de drinkmomenten.
Random drinken als je zin hebt, bijvoorbeeld zoals hieronder.
Het leidt tot een aantal interessante conclusies. De strategie maakt niets uit als je kijkt naar hoeveel vocht-tekort je aan het einde hebt. Logisch, als je twee liter verliest en één liter drinkt, dan maakt het niet uit wanneer je dat doet, het tekort is altijd 1 liter (of een bepaald percentage). Overigens is er wel een strategie te bedenken. Voor het vertrek veel drinken, zodat je de eerste slokken een tijdje uit kunt stellen, daar profiteer je de hele dag en ook op het einde nog van.
Je kunt ook op een andere manier naar deze grafieken kijken. Doel is niet aan het einde van de rit een minimaal tekort aan vocht te hebben want dat lukt toch niet (behalve als je vooraf veel drinkt). Doel is een optimale prestatie of zoveel mogelijk plezier of je vrienden bijhouden etc. Om dit doel te bereiken moet je de lijn zo lang mogelijk boven de 1% (of 2%) te houden. Immers als de lijn daaronder komt, neemt de prestatie af, krijg je dorst en heb je uiteindelijk minder plezier. En nog belangrijker, dan kan je je vrienden niet meer bijhouden.
Hieronder een afbeelding met per scenario alleen de momenten dat het niet goed gaat. Hoe donkerder het vlak wordt hoe groter het lijden, hoe breder, hoe langer het duurt. Dus, hoe minder gekleurde vlakjes, hoe kleiner en hoe lichter hoe beter. De strategie is dus heel simpel, zorg dat er zo min mogelijk gekleurde vlakjes ontstaan. Nogmaals de scenario’s.
Nu blijkt het basisscenario uiteindelijk nog steeds het beste te voldoen met gewoon random maar wat doen als goede tweede. Gewoon doen of je neus bloedt en regelmatig drinken is blijkbaar het beste. Sterker nog ik durf te beweren dat hoe eerder je rekening gaat houden met het dorstprobleem hoe meer last je er van krijgt. Dorst krijg je toch wel, uitgedroogd raak je ook. Je moet er voor zorgen dat de tijd daarvoor zo aangenaam mogelijk verloopt. Bijkomend voordeel van het basisscenario is natuurlijk dat er altijd een kans is dat je een kraan tegenkomt. Hoe erg is het wel niet om uitgedroogd met een volle bidon boven te komen om dan te ontdekken dat daar gewoon een kraan is?
Overigens had één van mijn schaatsmaten een hele andere benadering van dit probleem. De beste plek om eten en drinken te bewaren is volgens hem gewoon in je buik.Dat leidt dus ook weer tot het basisscenario.
Nabeschouwing
Was het begonnen als een poging om eens ergens anders over te schrijven blijkt het uiteindelijk toch weer gewoon om rendement te draaien. Namelijk zo veel mogelijk nut / plezier / prestatie of zo min mogelijk lijden uit een beperkt aantal bidons te krijgen.