Piketty for dummies (5)

In eerdere blogs heb ik de twee hoofdwetten van kapitaal en groei besproken uit het recente boek van Piketty. De belangrijkste conclusie van Piketty is dat de groei van de economie historisch structureel lager is dan de vergoeding op kapitaal (de rente). Deze uitspraak wordt door Piketty verwoord met: r > g, oftewel r groter dan g, oftewel rente hoger dan groei. Volgens de hoofdwetten leidt dat er toe dat op den duur nagenoeg de gehele jaarlijkse productie van een land opgaat aan rente en dat het arbeidsdeel (de vergoeding op werk) wordt verdrongen. Of in nog weer andere woorden: we ontkomen niet aan een zeer scheve inkomensverdeling, het is structurele ongelijkheid wat de klok slaat.

Dynamiek

In de vorige blog heb ik kort aangegeven dat de redenering van Piketty niet zo diep ingaat op de achterliggende economische verklaring. Zijn kracht is vooral dat hij op basis van historische data overtuigend laat zien dat de vergoeding op kapitaal structureel rond de 5% beweegt, terwijl de groei van de economie daarbij achterblijft. Maar we weten ook dat de hele redenering hangt op de verklaring van drie grootheden: 1) de rente, 2) de spaarneiging en 3) de groei van de economie. We eindigden de vorige blog met de verzuchting: ergens moet er toch een corrigerend mechanisme ontstaan? Een verdeling kan toch niet zomaar extreem scheef worden zonder consequenties?

We komen dan op de economische dynamiek uit. Stel dat de rente-vergoedingen op kapitaal hoger en hoger worden. Dat betekent dat er nauwelijks meer ruimte zal zijn voor loon uit werk en dat de consumptie onder druk komt te staan. Het is lastig voor te stellen dat de rijken op termijn alle consumptie over zullen nemen. Bovendien: voor die consumptie van de rijken (de eigenaren van vermogen) is nog wel productie nodig, en voor die productie is nog wel arbeid nodig, hoe laag de lonen eventueel ook zijn. En: de voorraad kapitaal zal ook steeds hoger worden door het rente-op-rente effect. Een steeds grotere voorraad vermogen zoekt dus elk jaar weer naar een hoog rendement. Maar waar moet dat rendement vandaan komen? Het investeren in nieuwe technieken zal een keer ophouden als de vraag naar de geproduceerde goederen niet meer op peil blijft. En zonder een stapel schuldenaars met voldoende inkomsten is er ook geen basis meer om de aan de rente-verplichtingen te kunnen voldoen.

Als econoom verwacht je dus dat de rente zich neerwaarts zal aanpassen. Het aanbod van vermogen wordt zo groot dat de vraag het niet kan bijbenen. De wet van vraag en aanbod stelt dat de prijs van vermogen dan zal dalen. Een lagere rente betekent vanzelf een correctie op de scheef getrokken inkomensverdeling. Een steeds hogere voorraad kapitaal betekent ook afnemende meeropbrengsten. Elke keer moet weer een nieuwe techniek bovenop de oude gevonden worden om dat kapitaal aan de gang te houden. Elke keer zal het moeilijker worden er nog wat uit te wringen. Verder zal de voorraad kapitaal niet zonder meer steeds groter worden zelfs niet als je elk jaar er weer iets aan toevoegt. Je hebt ook te maken met afschrijvingen of slijtage. Zonder onderhoud zal de voorraad kapitaal elk jaar minder kunnen produceren. En het financiële vermogen is slechts een afspiegeling van die reële productiecapaciteit (die zonder nieuwe investeringen dus steeds lager wordt). Zo heeft het (‘normale’) economische model een aantal ingebouwde correcties die niet zullen toestaan dat het zover kan komen.

En moet de rente uiteindelijk dus gelijk worden aan de groei van de economie (om ongelukken te voorkomen)? Ook dat is niet helemaal correct. In een evenwichtige situatie (met een stabiele inkomensverdeling) geldt uiteindelijk dat de vergoeding op kapitaal gelijk moet zijn aan de tijdsvoorkeur + de slijtage op kapitaal. De economie hoeft dan per saldo niet meer te groeien (dus g = 0), maar elk jaar wordt er nog geïnvesteerd om de slijtage te compenseren. Om dat effect uit te lokken (dat er nog steeds wordt gespaard en geïnvesteerd) is een positieve rente of vergoeding op sparen nodig. Hiermee kan makkelijk aangetoond worden dat r > g niet voor ongelukken hoeft te zorgen.

Maar toch …

Piketty heeft deze inzichten natuurlijk ook, ik zal hem niets nieuws vertellen. Hij verwijt economen juist te veel in hun wiskundige modelletjes te duiken en te weinig te kijken naar hoe het daar buiten echt gaat. Daar heeft hij wat mij betreft een heel groot punt. Je moet de zaak dan omdraaien: buiten zie ik dat het wél scheef loopt, dan moeten we nieuwe verklaringen zoeken hoe dat komt en kan worden opgelost. Piketty beweert dat de ongelijkheid in 2010 hoger is dan die van de oude wereld (zeg het Frankrijk van 1800-1900 met de grootgrondbezitters). Met name de VS springt er negatief uit. Waar de VS zich vroeger afzette tegen de oude wereld van Europese renteniers, lijkt ze nu zelf die rol op zich te hebben genomen. Ooit begonnen met vrije markten en alle ruimte voor talent, lijkt de zaak nu helemaal dicht te zitten en alles te gaan naar de rijkste paar procent. Kijk maar (cijfers 2010): de top 10% hoogste inkomens verdient ongeveer 35% van het totale inkomen (uit arbeid). De onderste 50% van de inkomens is goed voor ongeveer 25% van het totale inkomen (uit arbeid). Aan de onderkant gaat het om ongeveer € 1.000/maand, het middelinkomen is ongeveer € 2.000/maand, bij de bovenste 10% gaat het gemiddeld om ongeveer € 7.000/maand en bij de top 1% zelfs om € 24.000/maand.

Als je naar de verdeling van het vermogen kijkt is het nog extremer. De top 10% van de meest vermogende heeft ongeveer 72% van het totale vermogen in handen. De onderste 50% heeft ongeveer 2% van het totale vermogen in handen. Er is wel wat veranderd ten opzichte van enkele eeuwen geleden. Waar het vroeger in de oude wereld de grootgrondbezitters waren die de zaak domineerden (renteniers), is er nu een nieuwe klasse ‘supermanagers’ en ‘ondernemers’ ontstaan die blijkbaar in staat zijn zichzelf beloningen toe te kennen die zorgen voor de nieuwe extreme ongelijkheid. Piketty gaat hier uitgebreid op in, maar ik laat dat voor deze bespreking nu achterwege.

Wal keert het schip

Ik kom terug op mijn eerdere punt: ergens klopt er iets niet. Bij extreem scheve verdelingen moet er ergens een correctie komen. De theorie komt dan aanzetten met een lagere vergoeding op kapitaal of nieuwe technologische ontwikkelingen. Maar de praktijk laat zien dat dat niet gebeurt. Maar er zijn wel degelijk aanpassingen, ook volgens Piketty. Piketty stelt dat de neiging tot extreme ongelijkheid is ingebakken in het kapitalistisch systeem. Een lage groei met een hoge vergoeding op kapitaal is de norm, ongelijkheid is het logische gevolg. De correcties komen er inderdaad vanzelf. Kijk maar naar de historie van de laatste 300 jaar. In Frankrijk is de Bastille bestormd (revolutie), in Rusland zijn de tsaren verdreven (revolutie), in Europa is zijn twee oorlogen uitgebroken (kapitaalvernietiging) en in Europa/VS zijn twee grote financiële crisis ontstaan (1929, 2008). Zoals ik Piketty dus lees: het is niet de rente die voor een correctie zorgt, maar het zijn 1) oorlogen, 2) revoluties, 3) economische crises, die voor correcties in de hoeveelheid kapitaal en vermogen zorgen. Dus zeker: de wal keert het schip, het gaat alleen niet zachtaardig of vanzelf. Het herstel na de 2e wereldoorlog is ook niet spontaan tot stand gekomen maar door het inzetten van gericht beleid.

Hoe houdt het op?

Ik heb een schetsje gemaakt van hoe ongelijkheid kan worden ‘opgelost’.

 

 

ScreenShot201

 

Oorlog, opstand en revolutie had ik al genoemd. Bij zo’n revolutie of oorlog is vaak sprake van onteigening en afstempeling. Dat laatste kan ook subtieler gebeuren, bijvoorbeeld recent nog bij de crisis in Griekenland / Cyprus. Een andere manier om het vermogen snel te laten verdampen is bewust inzetten op extra inflatie. Ook daar zijn in de geschiedenis voldoende voorbeelden van te vinden. De oplossing van slimme vermogenden is overigens om niet nominaal te beleggen maar in vastgoed of aandelen van productieve bedrijven (oftewel: extreme inflatie helpt wel degelijk maar het is niet op voorhand duidelijk wie de prijs betaalt). Dan blijven de ‘netste’ oplossingen over: belastingen en groei. Het heffen van belastingen op hoge inkomens en vermogens is de klassieke manier om grenzen te stellen aan extreme ongelijkheid. De praktijk wijst uit dat deze route steeds lastiger wordt omdat kapitaal uitwijkt naar meer vriendelijke landen (taxhavens). De mooiste en vriendelijkste oplossing is natuurlijk om meer te doen aan scholing en innovatie waardoor de economie echt kan groeien en iedereen van de toegenomen welvaart profiteert. Dat is precies de situatie geweest van 1945-1970 (maar volgens Piketty een uitzondering op de regel, niet structureel vol te houden).

Hoe ontstaat het?

En om het verhaal dan af te ronden: een overzichtje van hoe ongelijkheid ontstaat. Deels een spiegelbeeld van het vorige plaatje. De basis ligt bij verdienen en productie. Als er veel wordt gemaakt en verdiend, dan kun je ook veel sparen. En voor je spaar-deel krijg je een vergoeding (de rente). Let wel: hier is niets mis mee. Mensen die hard werken en prudent zijn mogen daar een vergoeding voor krijgen. De betaalde rente/vergoeding kan door de ‘leners’ ook prima terug worden verdiend. Het wordt een probleem als (later) die groei achterblijft of tegenvalt. Dan zit je met een schuld waar geen productie tegenover staat en begint het spel van de toenemende ongelijkheid: lage groei + hoge schuld. Nog steeds niet per se onrechtvaardig, een kwestie van verkeerd gokken of op de blaren zitten.

Ook hier komt al een maar. Piketty toont aan dat naarmate je meer kapitaal/vermogen hebt, je een hoger rendement verdient. Dat heeft te maken met schaalvoordelen. Je kan een dedicated ploeg specialisten op je portefeuille zetten en de hele wereld afschuimen naar de hoogste rendementen. Tegen inflatie als tegenkracht kun je je wapenen door in fysieke activa te beleggen. Verder kun je natuurlijk rijk worden door met een rijke man/vrouw te trouwen (erfenissen, heel normaal in de oude wereld, zie series als ‘Pride and Prejudice’) of door gewoon te jatten van een ander (ook normaal in de oude wereld, oorlog voeren en land afpakken, vervolgens de lui uitknijpen door ze het land te laten bewerken voor een appel en een ei). Een vorm van moderne diefstal (althans zo zou je het kunnen zien) is het streven om linksom of rechtsom zo weinig mogelijk belasting te betalen.

 

ScreenShot202

Kortom …

Piketty heeft een belangrijk onderwerp op de agenda gezet. Inderdaad vreemd dat economen als professie hier zo weinig aandacht voor hebben. Te veel bezig leuke wiskundige puzzeltjes op te lossen, publiceren in blaadjes die vooral voor henzelf zijn bedoeld. Dit onderzoek verdient het terug te komen in het hart van de economische ‘wetenschap’.

En als Piketty gelijk heeft, dat het niet vanzelf goed komt maar dat er toch een correctie komt, dan is de conclusie dat we het met de crisis van 2008-heden niet hebben gehad. De échte correctie bij het uitblijven van nieuwe groei moet nog komen. We ain’t seen nothing yet …

Rudy van Stratum

5 Reacties

  1. Rudy, denk dat massale onvrede niet zozeer veroorzaakt wordt door ongelijkheid in inkomen, maar door ongelijkheid in kansen. Als een systeem je beperkt in je mogelijkheden, dan word je ontevreden, ongeacht je inkomen. Die vastgelopen wereld was feitelijk gezien de oorzaak van de onvrede aan het einde van de 18e eeuw.
    Die situatie lijkt opnieuw te zijn ontstaan, met name in zuidelijke landen waar overgereguleerde economieën en arbeidsmarkten een hele generatie mensen beperkt in hun mogelijkheden. Dat levert onvrede op en die onvrede vindt een uitlaatklep richting gemakkelijke doelen, de rijke elites en buitenlanders.

    • Beste Henry,

      Je hebt in principe gelijk, maar kansen vertalen zich ook in pecunia. Ik vermoed dat de bevolking ook in NL ervaart dat ze er in principe al decennia niet op vooruit zijn gegaan (wel inkomen huishouden door arbeid vrouwen, maar niet inkomen/uur), terwijl de elite er wel fors op vooruit is gegaan.
      En ik heb geleerd bij bedrijfskunde dat als de klanten klagen over de prijs, dat ze feitelijk de kwaliteit bedoelen. Ze vinden de verrijking van de elite niet in verhouding tot de kwaliteit.
      Ongelijkheid is voor de mensen niet zo’n probleem, als daar prestaties tegenover staan. Wat dat betreft is ook de zwaardere belasting op inkomsten uit arbeid dan op inkomsten uit vermogen niet in de haak.

  2. Beste Rudy,
    De economen maken o.a. 2 fouten:
    – Politicologisch: Er wordt uitgegaan van een vrije markt en dat is onzin door macht. De VS kan met (militaire) macht voordelen afdwingen en doen dat ook. De handelsovereenkomsten zijn niet openbaar, maar zeker in het voordeel van VS. Bovendien dwingen ze monetaire voordelen af. Ze kunnen ongestraft geld scheppen en de dollar devalueren. Met name de oorlog in Joegoslavië heeft Europa veel geld gekost.
    – Sociologisch: Er is geen tegenstelling tussen grootgrondbezitters/renteniers en succesvolle ondernemers. Succesvolle ondernemers gaan gewoon als hun innovatieve hefboom niet meer werkt in grootgrondbezit, investeren in succesvolle ondernemers (laten er hun kinderen mee huwen); dat is van alle eeuwen.
    Verder zorgen oorlogen, revoluties en crises niet voor correctie op de ongelijkheid, want de tol wordt niet betaald door de rijken. Ook heden weer niet, want inderdaad wordt de crisis (te veel kapitaal) momenteel opgelost met extra inflatie, zij het in een nieuw jasje. Niet de prijzen stijgen, maar de rentes dalen (rent inflatie), de huizenprijzen dalen (vermogensdaling) en de pensioenen dalen, waardoor vooral de middenklasse het gelag betaalt.
    Land jatten is overigens ook niet iets van de oude wereld, want Europa heeft dat bijvoorbeeld gedaan met Oost-Europa inclusief dat laten werken voor een appel en een ei. Nog succesvoller waren we in China wat dit betreft. De grootste investeringen zijn gedaan door Westerse bedrijven, die waarschijnlijk 80% van de winst opstrijken.
    Verder geloof ik niet dat grote vermogens veel hogere rendementen behalen door specialisten in beleggen, maar vooral door specialisten in fiscale zaken. Hier kom ik weer terug op de macht van de VS, die Europese belastingparadijzen hebben doen sluiten itt hun eigen belastingparadijzen (o.a. Delaware). 0% belasting of 30% scheelt een slok op een borrel. Niet voor niks komen de meeste schatrijken uit de VS. (De overheid is heel belangrijk voor de schatrijken)
    Verder is mi de ongelijkheid juist opgelopen door de economische groei. Kon je in de oude wereld arbeid maar in geringe mate uitknijpen, omdat anders deze belangrijke productiefactor de pijp uitging, sinds de industriële revoluties kun je zonder problemen meer je gang gaan. In de eerste plaats accepteert iedereen dat je jezelf meer toe-eigent, omdat jij de kapitaalverschaffer bent en productie wordt met de dag kapitaalintensiever. Op de tweede plaats gaan de arbeiders (werknemers) er ook steeds op vooruit, zodat zij accepteren dat jij er meer op vooruitgaat. (Gailbraith heeft hierover behartigingswaardige zaken geschreven). Op de derde plaats is de ongelijkheid gemondialiseerd, waardoor de rekening vooral gelegd wordt bij niet-westerse regio’s. Maar ook zij gaan er op vooruit, maar veeeeel minder dan onze westerse arbeiders, sterven ook steeds minder van de honger en accepteren de toenemende ongelijkheid.
    De toenemende (vermogens/inkomens) ongelijkheid is dus het gevolg van een ongelijke stijging. Heel subtiel. Maar ook weer iets van alle eeuwen.
    Wat dacht je wat ?
    Groetjes, Jos van Hezewijk

    • Beste Jos,

      Dank voor deze bijdrage. Stof tot nadenken lijkt me. Je punten ondersteunen grotendeels het verhaal van Piketty (denk ik).
      – P verwijt economen dat vrije marktwerking een theoretisch-wiskundig concept/spelletje is.
      – Ondernemers en grondgrondbezitters: beiden ‘kapitaal’ en communicerende vaten.
      – Crisis en wie de tol betaalt: een crisis is hoe dan ook een correctie maar de prijs wordt inderdaad niet altijd door de meest vermogenden betaalt. Staat ook in Piketty: vandaar de vlucht in grond en goud etc.
      – Grote vermogens een hoger rendement door met name fiscale specialisten.
      – Dat bij groei de ongelijkheid (verder) oploopt, dat is de lastigste in termen van Piketty. Zou ik over na moeten denken. Groei geeft nieuwe mogelijkheden en (ook) rijken kunnen dan rijker worden. Maar het gaat om de relatieve verhouding of de aandelen tussen arbeid en kapitaal.

      Rudy

      • Nog een paar opmerkingen:
        – Ik heb begrepen dat Piketty in de uitwerking de pensioenen niet meeneemt. Volgens Kalshoven vergroot dat de vermogensongelijkheid wegens de aftrekbaarheid. Maar het vergroot de vermogensongelijkheid nog sterker doordat de pensioenen ook ongelijk zijn, maar vooral doordat de franchise (een startbedrag van de premie gaar naar overhead) slecht uitpakt voor lage inkomens:
        Verborgen kosten
        Veelverdieners houden tot 4 x meer over van pensioenpremies door vaste franchise.
        01.12.09 in VK door Emilie Schols
        – Het onderzoek van Piketty is veel beter dan dat van CBS, omdat hoogste inkomens/vermogens onbekend zijn (niet in NL en geen privé vermogens) , waardoor CBS in feite niets zegt hierover. Piketty zeilt daarlangs, omdat hij kijkt naar rendementen op kapitaal/arbeid. Wel kan Piketty daarom in de uitwerking groei inkomens/vermogens niet terugvinden.
        – Overigens is voorkennis een van de grootste onzichtbare vermogensgroeimiddelen voor de elite. Tot ongeveer 1993 gewoon legaal, maar ook tegenwoordig in grote lijnen nog aan de orde. Je kunt niet meer vlak voor een deal handelen (daarom moesten de topsalarissen omhoog), maar nog zeker wel als je voorkennis hebt over de algemene gang van zaken bij ondernemingen. Consultants en banken spelen daarbij een rol (dus jouw dure professionals). Bij de flitshandel zelfs legaal. De verdeling van de rendementen op kapitaal is dus ook scheef.
        – Overigens nog over de macht/rijkdom van VS. De allerrijksten maakten feitelijk vooral kapitaal in de VS. De VS vindt dat geen probleem, want het is duur dat kapitaal de VS uit te krijgen. Dat geldt ook voor hun eigen allerrijksten.

Reacties zijn gesloten.