Ondernemerschap (3): Mastery (Robert Greene)

Enkele relativeringen

Waarom het boek van Greene? Ik liep er toevallig tegenaan en zag veel herkenning in relatie tot ondernemerschap. Maar ook veel verschillen. Want moet een ondernemer ergens ‘master’ in worden? ‘Master’ betekent hier: ergens heel goed in worden, een voorbeeld voor anderen, een meester. Ik zou een ondernemer juist definiëren als iemand die slim gebruikt maakt van zijn capaciteiten om zo efficiënt mogelijk zijn doel te bereiken. En vooral geen ‘meester’ willen worden want een klein beetje beter worden kost meestal onevenredig veel inspanning.

Een tweede relativering is dat het boek van Greene qua aanpak wel wat lijkt op de bestsellers van Malcolm Gladwell. Als je ze de eerste keer leest dan word je meteen enthousiast en denk je de wereld een stuk beter te snappen. Als je het later nog eens beet wilt pakken (‘wat is nu precies de kern van zijn betoog’) dan glipt het tussen je vingers door en blijft er een dunnere boodschap over dan je dacht te hebben bij eerste lezing. Susanne Weusten besprak onlangs het laatste boek van Gladwell en meende een patroon in zijn aanpak te herkennen. Malcolm begint met een contra intuïtieve conclusie: hij heeft gevoel voor rare dingen en de tijdsgeest en weet daar een pakkende titel bij te bedenken. Nadat hij je in het onderwerp heeft getrokken, geeft hij de lezer een gevoel van troost. Hij gaat relativeren dat al die hoogvliegers het ook niet gratis hebben gekregen. Dus ik hoef me geen looser te voelen, er is nog hoop, ook voor mij. En tenslotte: heel veel smakelijke anekdotes. De lezer verhalend naar de enig mogelijke conclusie leiden. De conclusie van Weusten lijkt daarmee ook te zijn: na ontleding en dissectie houd je niet meer zo veel substantie over. Dat doet overigens niets af aan de lol je aan de boeken beleeft.

Een derde relativering: dit soort boeken zijn niet geschreven door en voor ondernemers. Het zijn boeken die vooral bedoeld zijn voor ons simpele zielen die een inkijkje willen krijgen in het succes van anderen. Zoals ik eerder al zei: de groten der aarde zijn niet groot geworden door het lezen van boeken over het succes van anderen.

Een vierde relativering: het is allemaal achteraf praat. Er wordt nauwelijks aan tegendenken gedaan. Greene neemt een stuk of 10 succesvolle meesters en ontleedt wat hen tot succes heeft geleid en trekt daar de grootste gemene delers uit. Niks mis mee, zeker inspirerend. Maar er is minder aandacht voor de toevalsfactor en soortgelijke lieden met soortgelijke capaciteiten die totaal mislukt zijn, komen in dit soort boeken niet aan het woord.

Wat kenmerkt de meester?

Even nog wat discipline betrachten en dicht bij de tekst van Greene blijven! ‘Meester worden’ heeft niet te maken met veel talent of een hoog IQ. Sterker nog: dat kan wel eens een hinderpaal worden voor het worden van een ware meester (een conclusie die we later bij de bespreking van ondernemerschapstesten nog tegen zullen komen. In dat geval lijkt er ook statistisch bewijs voor deze stelling te zijn). Het hele verhaal begint bij het vinden van je ware passie of drive. Iedereen heeft zoiets (volgens Greene) maar je moet het ontdekken, er naar op zoek gaan. Dit startpunt noemt Greene de ‘primal inclination’.

Vervolgens moet je op zoek naar een niche, een manier om het best uitdrukking te geven aan die ‘primal inclination’. Je gaat dus op zoek naar de beste ‘outlet’ om de passie uit te kunnen leven. Dan zitten daar nog wat randvoorwaarden bij. Zoals ‘vermijd valse paden’. Dat zijn paden die lijken te gaan over je echte drive maar eerder manieren zijn om de leegte die in je huist te vullen (te veel focus op geld en uiterlijk vertoon bijvoorbeeld). Ik zou het omschrijven als: blijf dicht bij jezelf, laat je niet teveel leiden door wat anderen doen en belangrijk vinden. En: houdt niet onnodig lang vast aan het verleden. Dat betekent zoiets als: pas je aan, neem je verlies. En zoiets als: focus op de langere termijn, kijk niet elke dag of je al iets hebt bereikt maar denk aan een horizon van 5-10 jaar. Dit betekent: geduld hebben, niet opgeven, je lange termijn doel in het oog blijven houden. ‘Time is on your side’. Maak van het verloop van de tijd je vriend en laat je er niet door opjagen en van je pad af brengen.

En dan is het een kwestie van uitwerking. Je moet goed om je heen kijken en kansen zien. Op zoek naar een mentor waar je het vak kunt leren. Je nederig opstellen en goed jatten van je meester. Waarom zelf het wiel uitvinden als iemand anders al weet hoe het moet (aha, hier zien we toch de ondernemer terug)? En dan komt die beroemde 10.000 uren regel waar ook Gladwell het over heeft in zijn boek ‘Outliers’. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. De mens is uniek in zijn gave iets na te doen, te imiteren wat hij een ander ziet doen. Wij hebben het vermogen ons in een ander in te leven. Het kopiëren is een proces van virtueel in die ander treden en doen, voelen, horen wat die ander doet. En dat net zo vaak herhalen tot het helemaal klopt. Tijdens dat langdurige proces, waar vooral geduld en volhouden belangrijk zijn, worden de belangrijkste stappen van het vermogen geïnternaliseerd. En zodra de dingen automatisch gaan, je er niet meer over hoeft na te denken, creëer je extra ruimte in je hoofd om te oefenen met varianten en op zoek te gaan naar verbeteringen. En pas dan kom je in de fase van de meester die boven de stof staat en zelf iets toevoegt aan het repertoire, zelf de grenzen van het vak of de kunst verlegt.

Ik zei het al: als je het zo opschrijft dan blijft er weinig over van de honderden pagina’s met schitterend proza. Sorry.

Paar plaatjes

Als ik het betoog van Greene in een plaatje zou moeten zetten, dan krijg ik zoiets:

ScreenShot339En niet toevallig heb ik hier een duidelijk begin en eind bij getekend. En iets er tussen in. Dus nog meer gestileerd zou je kunnen tekenen:

ScreenShot340Het begin en het eind van het plaatje vormen de belangrijkste onderdelen voor het bereiken van meesterschap. Daarom heb ik ze ook groot getekend. Maar het zijn ook wolkjes. Het klinkt leuk maar het is niet zo duidelijk wat het is. Hoe kom je achter je roeping en je echte drive? Wanneer weet je of die ‘echt’ is en geen ‘vals pad’? En wat is die lange termijn visie waar je steeds aan vast moet houden? Mijn conclusie is dat de meest belangrijke delen goeddeels onbegrepen zijn. Het tussenliggende traject is veel rationeler en kan bij wijze van spreken stapsgewijs worden uitgewerkt.

En eigenlijk is ook het tussendeel (de stapjes op weg van a naar b) niet echt rationeel. Het openstaan voor de kansen die op je pad komen. Dat is natuurlijk geen echte ‘stap’. Het geduld en de rust hebben om te zien dat ‘een idee naar je toekomt’ (ik meen me te herinneren uit de biografie van Steve Jobs dat daar ook enkele keren die term wordt gebruikt ‘when an idea comes to you’). Ook al geen echte stap. In dit hele trajecten van oefenen en vallen en opstaan spelen de spiegelneuronen een dominante rol. Greene stelt dat deze spiegelneuronen uniek zijn voor de soort mens en ons in staat stellen virtueel uit onszelf te treden, van afstand te kijken, vanuit de ander te kijken, vanuit de toekomst te kijken, vanuit een andere discipline te kijken. Deze voortdurende ‘back-forth dynamic’ kun je nauwelijks rationeel noemen maar maakt wel de kern uit van het proces dat leidt naar meesterschap.

Link naar ondernemerschap

Ik kan al een bruggetje slaan naar de twee visies die ik grofweg terug vindt over ondernemerschap. De meeste boeken gaan over het rationele deel, over de stappen die je moet zetten om tot succes te komen. Dit is een opgeruimde en ‘in control’ visie op ondernemerschap en succes. Bedenk waar je goed in bent, formuleer een visie, maak een stappenplan, zoek partners en zo verder. Hier worden de scholen mee gevuld. Maar dat is allemaal simpel, een kwestie van uitwerking, netjes je pad lopen van roeping naar visie.

En roeping en visie, dat is het onbegrepen deel. Dat is de ‘fuzzy’ visie op ondernemerschap. Een ondernemer heeft een diepe passie. Hij weet zelf niet eens waar het vandaan komt, het zit in hem, meestal al van jongs af aan. Greene geeft hier veel voorbeelden van. Vaak heeft het te maken met de jeugd en de opvoeding, met bijzondere diepe indrukken achterlatende ervaringen. Ze kunnen donker gekleurd zijn (jezelf bewijzen, een statement maken, je vader de loef af steken) of juist heel licht (willen weten hoe het zit, iets beters maken, die ene oplossing vinden). Maar hoe dan ook: onbegrepen, anekdotisch.

Iets soortgelijks geldt voor de finish, de langere termijn visie. Wat ik inmiddels wel begrijp is dat het hier niet gaat (of hoeft te gaan) over een in woorden of cijfers uit te drukken visie. Dat is wat op de opleidingen wordt onderwezen: het plan, de begroting, de woorden en de cijfers. Het kan juist gaan om een gevoel, om beelden, om geluiden. En ze fungeren als een soort anker dat je voortdurend te hulp roept om te checken of je nog op koers ligt. Een anker dat je steeds weer herinnert aan die diepere roeping, die je de energie geeft om die 10.000 uur te maken, om vol te houden, niet op te geven, dat bord voor je kop te houden, alleen dat te zien wat je wilt zien.

Wat een ondernemer gemeen heeft met een ‘meester’ is dat beiden ‘gewoon weten’ dat er een drive is, daar voortdurend mee in contact staan en dat ze helder hebben (qua gevoel) waar ze uit willen komen. Je zou kunnen zeggen dat iemand die dat voor zichzelf niet helder heeft van nature geen ondernemer of meester is of wordt. Blijkbaar heb je dan niet die opvoeding gehad of die unieke momenten mee gemaakt die je deze belangrijke start en finish inzichten hebben opgeleverd. Greene stelt echter dat iedereen wel zo’n start en finish heeft maar dat je er alleen nog niet bij kunt komen. De kern van ondernemerschap en meesterschap zou dan dus moeten bestaan uit het onderzoeken bij jezelf wat die drive en die visie is en in het verlengde daarvan hoe je dicht bij jezelf kunt blijven tijdens de weg van a naar b.

Wat onderscheidt een ondernemer van een meester? Een ondernemer is volgens mij ook een meester. Maar een meester is niet per se een ondernemer. Iemand kan vanuit deze opzet een zeer goede wetenschapper en Nobelprijswinnaar worden, maar is daarmee geen ondernemer. Een ondernemer is een meester maar met een bepaalde subset aan drives en visies. Ik heb dat niet helemaal helder maar een ondernemer lijkt (meer dan een meester in het algemeen) gedreven door status, door geld, door macht, door risico. En de uitingen zullen vaker zitten in fysieke en verkoopbare realisaties (dus een uitvinding is niet genoeg, het gaat om concrete realisatie en verspreiding en verkoop ervan).

Rudy van Stratum