Op zoek naar de belangrijkste lessen uit de psychologie, deel 2. Les nummero 1.
Les 1: Het is niet mogelijk jezelf goed te (leren) kennen.
Hoe slim je ook bent, je bent blijkbaar niet in staat objectief naar jezelf te kijken. Het brein spiegelt je steeds een andere werkelijkheid voor dan op basis van feiten en/of door de bril van een buitenstaander het geval zal zijn.
Je denkt van jezelf dat je beter bent dan gemiddeld. Dat je minder fouten maakt. Als je dan een fout maakt denk je dat anderen dat flink zal opvallen. Terwijl die anderen al weer met wat anders bezig zijn. Je blaast dus je eigen plek in het grotere geheel op, je vergroot het uit tot overdreven proporties. Het spotlight effect. Alsof jij in het middelpunt van de belangstelling staat.
Je denkt van jezelf dat je in control bent, althans je draait het zo dat dat is wat jezelf gelooft. Voorbeeld: je vriendin wil het uitmaken, maar dan ben je niet meer in control, dan overkomt het je. Je brein begint onmiddellijk te denken: eigenlijk wilde ik het zelf ook al uitmaken. Zodat je weer zelf aan de knoppen staat.
Je wilt consistent handelen dus maak je een mooi en kloppend verhaal van de feiten. Je zet de feiten naar je hand. Nieuwe feiten zul je ook zien door de bril van dit verhaal dat moet blijven kloppen. Daarom is het ook lastig voor anderen je te overtuigen van een ander verhaal. Er is een zeker maar smal ‘acceptatiegebied’ waar binnen je je verhaal nog kloppend kan krijgen. Daar buiten is het heel moeilijk te accepteren.
Je bent geneigd je eigen bijdrage in het geheel te overschatten. Zo levert het brainstormen in een groep in het algemeen minder op dan je zou verwachten. Mensen gaan zich dan naar elkaars oordeel zetten, met elkaar meepraten en elkaar bevestigen. Maar toch heeft ieder voor zich achteraf het idee dat het een goede discussie was waar hij zelf met name ook flink aan heeft bijgedragen.
We zien hier dus een veelheid aan denkfouten die we eerder bij Dobelli hebben gezien. Bij Vonk worden ze niet altijd van een label of naam voorzien, maar met wat puzzelen zou je die match wel kunnen maken. De rode draad is in mijn ogen: jij bent het middelpunt van de wereld en je kunt niet objectief naar jezelf kijken. Vonk beweert ook dat navelstaren en veel aan zelfreflectie doen je niet veel verder zullen helpen. Het zijn hogere krachten die in het spel zijn, de uitkomst lijkt redelijk vast te staan, wat je ook doet.
Zijn er tips te geven? De tip die bij Vonk meerdere keren terug komt is wat ik zou noemen: in 3e positie treden. Probeer afstand van jezelf te nemen en vanuit die ‘3e positie’ objectief naar jezelf te kijken. Doe of jezelf dan iemand anders is, hoe ziet dat er dan uit? Maar zoals gezegd: zodra je weer naar jezelf terugkeert, vergeet je de objectieve analyse weer snel en vervalt weer in de oude kleuring.
In de volgende blog les 2.