De succes-illusie (in een plaatje)

De succes-illusie

Leidt een smart-formulering tot meer succes? Nooit aangetoond. Is V&D failliet gegaan omdat een heldere visie ontbrak (zoals vele experts met terugwerkende kracht beweren)? Nee, onzin, er was wel degelijk een visie. Afijn, you get the picture. Met veel plezier hebben Stijn en ik afgelopen week het recente boek van Richard Engelfriet ‘De succes-illusie‘ gelezen. Met veel humor neemt hij enkele tientallen management-aanpakken en stappenplannen op de hak. De stappenplannen claimen bijna zonder uitzondering een hogere kans op (meestal zakelijk) succes.

Maar er zit natuurlijk ook een serieuzere toon in dit boek. Elk jaar komen er weer vele nieuwe aanpakken die (weer) niet werken. En ondertussen vullen de schrijvers en sprekers weer hun zakken en zijn zalen vol toehoorders en gebruikers wel heel veel tijd kwijt. De verklaring van het fenomeen is ook helder: er valt veel geld mee te verdienen en we willen deze verhalen ook graag horen (want dan hebben we het idee dat we ‘in control’ zijn). Misschien hebben we ook wel teveel tijd en geld, denk ik dan.

Dat Engelfriet deze ballonnetjes doorprikt (de voorpagina van zijn boek) is dan ook een welkome aanvulling op de vele bestaande kritiekloze management-boeken. Wij wensen hem dan ook veel lezingen in het spreekcircuit toe 🙂 .

Nuancering

De argumentatie waarom de aanpakken niet werken (geen garantie op succes biedt) is wat eenzijdig. Succes is alleen succes als dat bewezen is of kan worden. En dat betekent dat je met een controle-groep werkt (een gewone groep die de behandeling niet ondergaat en een andere groep die de behandeling wél ondergaat) en dat herhaling van de experimenten mogelijk is en tot dezelfde uitkomsten leidt.

We zijn het helemaal met Engelfriet eens dat nagenoeg alle aanpakken in die zin niet bewezen succesvol zijn. Ook Engelfriet geeft meteen toe dat zo’n bewijslast voor dergelijke aanpakken onmogelijk dan wel praktisch onuitvoerbaar is. Er is dus niet echt een alternatief. Zijn conclusie wordt dan zo’n beetje: ach, je mag best zo’n aanpak omarmen, maar doe het dan omdat je het leuk vindt en niet omdat het je succes brengt. Soms helpt een aanpak ook om samen op een gestructureerde manier het gesprek of de discussie te voeren. De auteurs van de aanpakken (de goeroe’s) moeten zich bescheidener opstellen en hun aanpak van een bijsluiter voorzien.

Omgekeerd kun je natuurlijk ook weer niet zeggen dat geen enkele aanpak niet-succesvol is omdat het onbewezen is. Een aanpak kan wel degelijk succesvol zijn alleen zullen we dat nooit zeker weten (de omstandigheden veranderen voortdurend). Misschien is hier dus nog een beetje ruimte voor onze goeroe’s?

Ik zie nog een escape. Succes waar anderen in het spel betrokken zijn (en dat zijn toch de meeste aanpakken) zijn helemaal lastig hard te maken. Hoe meer mensen, hoe meer dynamiek, hoe meer complexiteit, hoe minder controle, hoe minder kans op succes (met bijbehorend bewijs). Maar hoe zit het met een aanpak of stappenplan dat vooral op je eigen functioneren is gericht? Daar is wetenschappelijk bewijs nog veel lastiger. En misschien ben je hier wel voornamelijk aangewezen op persoonlijke (en dus subjectieve) evaluaties bij de betrokkenen zelf. Een aanpak zou hier succesvol kunnen zijn niet zozeer omdat de werkelijkheid (buiten jou) verandert maar omdat jij die werkelijkheid anders ziet en daar productiever mee om kan gaan. En ook als iemand alleen maar denkt dat ie er beter van wordt, dat zou wel eens voldoende kunnen zijn om te werken. En zelfs niet uit te sluiten is: als het voor jezelf werkt dan ga je misschien ook wel anders handelen en daarmee wordt de ‘objectieve’ kans op succes ook echt groter (kan overigens net zo goed een kans op mislukken zijn die groter wordt, maar daar kun je dan weer mee leren omgaan ….). En als iedereen dit voor zichzelf gaat doen dan gaat het bedrijf en de economie ook wel veranderen? Ver gezocht misschien maar niet onmogelijk.

Niet-bewezen maar ook niet schadelijk?

Mijn eindafweging is overigens ook: so what? Het is allemaal relatief onschuldig. Blijkbaar hebben we de tijd en luxe om elk jaar iets nieuws en (potentieel) onzinnigs te proberen. En de bedenkers en sprekers verdienen er goed aan. Gewoon werkverschaffing en vermaak.

Ik tipte de auteur via mail al op een aanpak die hij nog niet heeft opgenomen: het canvas-model. Erg hip de laatste jaren, je kunt nergens meer komen en ze beginnen er over, wat mij betreft tot vervelens toe. En in mijn ogen is dit meer dan werkverschaffing en vermaak, mogelijk is dit zelfs gevaarlijk. Deze aanpak is een hit bij veel hbo-opleidingen en een hele generatie jongeren wordt er mee besmet. Bedenk eens hoeveel lol de uitvinders van de woekerpolis hebben gehad toen ze hún canvas hebben ingevuld. Ook al zou het ‘werken’ dan nog worden we er niet beter van.

Bewezen en wél schadelijk

Wat me op een laatste punt brengt. Engelfriet schrijft over ‘niet-bewezen maar ook niet schadelijk’. Hoe zit het met ‘zogenaamd bewezen en wél schadelijk’? Dan is het geen vermaak meer maar ‘serious stuff’. Ik denk aan de ideologie van de vrije markt (zie bijvoorbeeld Koen Haegens met zijn ‘grootste show op aarde’) en het voortdurend bewieroken van ondernemers die voor eigenbelang op korte termijn gaan (de varianten op ‘greed is good’). Economen zijn er maar druk mee om hier voortdurend fraaie bewijzen in prestigieuze tijdschriften voor te maken. Wiskundig-mathematisch bewezen dat als iedereen zijn eigen belang nastreeft daar de maatschappij als geheel het beste mee is gediend.

Zie voor het laatste punt bijvoorbeeld een recent artikel op Evonomics over de kosten van de ideologie om de ‘shareholders value’ te maximaliseren.

Hieronder alles in een plaatje:

Eind goed al goed

Een echte aanrader, heel leuk om te lezen. En een zeer welkom kritisch geluid in het oerwoud van al die management-aanpakken. En dus vooral ook heel veel humor. Kijk maar eens naar de aanbevelingen voor dit boek door enkele bekritiseerde auteurs:

Wij hebben dan een boek over tegendenken geschreven, we moeten in Richard Engelfriet toch de échte tegendenker erkennen.

Rudy van Stratum