Robin Fransman stelt in zijn nieuwe boek (en Volkskrant artikel van afgelopen zaterdag waar ik me op baseer) dat sparen geen deugd is. Onze huidige spaarneiging verergert onze economische crisis en is ook niet rechtvaardig naar toekomstige generaties. Zijn uitgangspunt is dat onze huidige economie last heeft van 2 problemen:
- Er is niet of nauwelijks sprake van echte (reële) groei
- Er is sprake van vergrijzing (er worden relatief weinig kinderen geboren)
Natuurlijk is het logisch dat veel mensen zich zorgen maken over hun toekomst en dat ze een appeltje voor de dorst willen. Dus gaan ze sparen. Maar, zo stelt Fransman, dat sparen leidt tot schuldopbouw en verergert de crisis.
Neerwaartse spiraal
Want het tegoed van de een is (als er geen echte groei in de economie is) de schuld van de ander. Geen groei betekent geen productieve aanwending van de gespaarde middelen. Een steeds groter vermogen (spaarcentjes) zoekt zijn weg naar productieve bestemmingen die er niet zijn. Gevolg: de rente (vergoeding op sparen) zakt en zakt tot zelfs het niveau van 0%. Hierdoor krijg je nog meer zorgen over je toekomst (je spaargeld levert minder op) en dus ga je nog meer sparen. Gevolg: een nog lagere rente. Etcetera. We komen in een vicieuze cirkel van neerwaartse bestedingen en nog lagere groei terecht.
Ondertussen, alsof het nog niet erg genoeg is, zullen ondernemers ook wel nalaten te gaan investeren in nieuwe technologieën omdat er naar hun inschatting te weinig vraag is naar nieuwe producten. Er is te weinig koopkracht, er valt door de besparingen van de oudjes te weinig uit te geven aan nieuwe spullen.
Gevolgen van deze oppotwoede:
- Groei wordt onnodig uitgesteld (crisis onnodig verlengd)
- Opbouw van schulden voor toekomstige generaties
Opmerkelijk Keynesiaans onderbestedingsverhaal van liberaal Robin Fransman.
Oplossing
De oplossing (nogmaals: wanneer we aannemen dat de echte groei en innovaties voorlopig uitblijven) is niet dat de overheid dan maar meer belasting gaat heffen en het geld gaat uitgeven aan nieuwe infrastructuur of onderwijs. Een grotere overheid past niet bij Fransman (denk ik). Fransman pleit voor wat ik maar noem ‘sparen van onderaf’. Natuurlijk: er moeten ook meer kinderen komen, maar dat laat ik hier even liggen.
De overheid is al begonnen met het ontmoedigen van sparen door later AOW uit te keren (langer doorwerken dus) en door regelingen voor eerder uit te treden fiscaal te ontmoedigen. Je kunt zelf ook een deel van de oplossing zijn, door anders te denken over sparen.
De ‘nieuwe’ besparingen moeten vooral gaan zitten in:
- Het aanwenden van je opgebouwde (of op te bouwen) pensioen in de aflossing van je huis.
- Het in gebruik nemen van een moestuintje.
- Het kopen van een nieuwe auto.
- Het installeren van zonnepanelen op je huis.
Sparen van onderaf
Ik noem dat sparen van onderaf of ‘alternatief sparen’. Waar het bij sparen om gaat is dat je in een periode dat je niet meer productief bent toch normaal kunt leven. In een geld-economie betekent dat dat je eerder bent begonnen met sparen en dus met geld opzij zetten. Als je dan zelf geen inkomen uit arbeid meer hebt dan neem je elke maand wat geld van je spaarrekening op.
Maar als dat niet goed meer werkt (micro-motief: nauwelijks rente, maco-motief: de crisis wordt verergerd) ga je ‘sparen in natura’, ‘sparen van onderaf’ of ‘sparen in eigen kring’. Je denkt niet meer in geld maar in de diensten waar je op dat moment behoefte aan hebt.
Om te kunnen blijven leven (als je niet meer werkt) heb je een paar belangrijke zaken nodig:
- Je moet eten en drinken.
- Je moet een dak boven je hoofd.
- Je hebt verwarming en licht nodig.
- Je hebt behoefte aan vervoer.
Je kunt die zaken dus voor elkaar krijgen in natura. Door het hebben van een moestuin, produceer je je eigen groenten (en vlees als je er kippen op laat lopen). Door je pensioengeld meteen in je huis te stoppen heb je je huis grotendeels afgelost en woon je goedkoop of gratis. Door het kopen van zonnepanelen heb je nagenoeg gratis verwarming en licht. Door het kopen van een nieuwe auto heb je gedurende 10 jaar gratis vervoersdiensten. Je hebt nog wel wat aanvullend geld nodig (benzine, eten dat je niet zelf verbouwt etc) maar daar kan dan de basis-AOW in volstaan.
Een opmerkelijke gedachte. Je laat niet anderen investeren door te sparen (geld opzij te zetten en naar de bank te brengen) maar je investeert zelf. Je bent nu de producent van de diensten die je zelf later afneemt (van jezelf dus): de jonge producent helpt de oude consument (en beiden ben je dus zelf). Je huidige arbeidsoverschot sla je als het ware op in ‘fysieke voorraad’ die je later weer naar eigen inzicht kunt opmaken en afbouwen.
Dus je bouwt als het ware tijdens je werkzame leven steeds een stukje huis zodat je later dat huis af hebt en er gratis in kan blijven wonen. Het huis is de drager van je gestolde arbeid, een fysieke pot besparingen die ‘woondiensten’ levert.
Je koopt en bewerkt elk jaar een stukje land zodat je daar later elk jaar van kunt eten. De grond is de fysieke spaarpot, gestolde arbeid, die telkenjare tot uitkering komt in de vorm van groenten.
Het zonnepaneel is een fysieke spaarpot die je jarenlang gratis energie gaat geven. De auto is de fysieke spaarpot die je jarenlang (bijna) gratis vervoer gaat geven.
Je overgebleven uren in je eigen spaarpot (zonnepanelen etc) stoppen, levert dus een hoger rendement op dan die uren via geld en een omweg van banken en pensioenfondsen in een ‘algemene’ spaarpot te stoppen.
Ik wil nog een blog besteden aan wat volgens de economische theorie de kern van sparen is en wanneer dat wel/niet tot schulden leidt. Een opbouw ‘van onderaf’ zeg maar.
Rudy van Stratum