In drie artikelen hebben we de argumenten / factoren verzameld die de energieprijzen bepalen. We zijn daarin zeker niet volledig geweest, maar de belangrijkste hebben we wel gehad. Echter, alleen het op een rij zetten van argumenten is niet voldoende. Sommige argumenten komen op meerdere plaatsen terug, schaliegas kan je als argument gebruiken voor dalende energieprijzen, maar je kunt ook een verhaal bedenken waarom het tot stijgende energieprijzen gaat leiden. Hetzelfde geldt voor duurzame energie.
We hebben daarom een poging gedaan de argumenten / factoren meer dynamisch weer te geven. Het argument van technologische vooruitgang en daardoor dalende prijzen is wel aardig, maar het gaat alleen maar op als de prijzen hoog zijn. Bij lage prijzen is er helemaal geen noodzaak voor innovaties, het zoeken naar nieuwe bronnen etc. Door de verbanden in beeld te brengen worden dit soort relaties duidelijk.
Het is een eerste poging van ons om systemen en dynamiek in beeld te brengen. We hebben het als een van de ambities voor 2014 op ons lijstje staan, ons verder verdiepen en scholen in dynamiek en systemen. Er gaan er dus nog meer volgen.
Terug naar de dynamiek rondom de energieprijzen. We hebben de verschillende argumenten en factoren opgenomen en met behulp van pijlen de relatiesweergegeven. Een pijl kan betekenen dat het een het ander versterkt of dat het een het ander juist tegenwerkt.
- Versterking betekent dat de richting van het een tot dezelfde richting van het ander leidt. Bijvoorbeeld, wordt de vraag groter (hoger) dan stijgen de energieprijzen (hoger). Omgekeerd, wordt de vraag kleiner (lager) dan dalen de energieprijzen (lager). Versterking betekent dus niet dat het altijd groter wordt maar dat het tot hetzelfde effect leidt. We hebben dat aangegeven met “S” van same direction, een soort universele notatie die op veel plekken gebruikt wordt. Voor het overzicht hebben we deze pijlen blauw gemaakt.
- Tegenwerking betekent precies het omgekeerde. Een ontwikkeling in de ene richting leidt tot een effect in de andere richting. Bijvoorbeeld, als het aanbod van energie stijgt (hoger) dalen de prijzen (lager) en omgekeerd, als het aanbod van energie daalt (lager) dan stijgen de prijzen (hoger). We hebben dat aangegeven met “O” van opposite direction (ook hier universeel taalgebruik). Voor het overzicht hebben we deze pijl oranje gemaakt.
Als je dat weet dan spreekt de rest van de figuur voor zich. In de figuur zijn verschillende lussen te zien. De belangrijkste zijn de lussen met vraag en aanbod. Beide lussen zijn zogenaamde “balancing loops”, een hogere energieprijs leidt tot toename van zuinig gedrag, dat leidt tot een afname van de vraag en dat leidt weer tot een lagere prijs. Er zijn ook versterkende lussen (meer leidt tot meer of minder leidt tot minder), in het Engels reinforcement loops, maar die komen in deze figuur niet voor (dan zou je een lus moeten hebben met alleen blauwe lijnen).
Leidt deze figuur nou tot een ander of nieuw inzicht? Laat ik daar eerlijk in zijn, ik weet het niet. Ik zie twee grote balancing loops wat suggereert dat de prijzen daardoor altijd ongeveer gelijk zullen blijven, maar dat hoeft natuurlijk niet. Een balancing loop kan ook betekenen dat er nooit grote uitschieters komen, of beter dat grote uitschieters ook werkelijk uitschieters zijn en dat we na verloop van tijd weer terugkeren richting het gemiddelde. Maar dat wil niet zeggen dat er geen trend mogelijk is omhoog of naar beneden en dat de prijzen over een langere periode omhoog of naar beneden gaan.
Stijn van Liefland