Groei is belangrijk, maar wel die van de echte economie

Een raadselachtige titel. Gebaseerd op een artikel in VK van enkele dagen geleden. ‘Meer groei maakt minder gelukkig’. De kern van het artikel, op zich niet nieuw, is dat we de laatste 20 jaar flink zijn gegroeid maar dat ons welzijn en ons geluk er nauwelijks op zijn vooruit gegaan. Als we een nieuwe snelweg aanleggen, op zich begrijpelijk omdat dat bestaande behoeften bevredigt, dan gaat dat steeds meer ten koste van andere belangrijke zaken. Die andere zaken kennen echter geen prijs in de economie van bestuur en media. Ik haal aan uit het artikel:

“In een echte economie moet rekening worden gehouden met indicatoren die moeilijk in geld zijn uit te drukken maar daarom nog niet minder belangrijk zijn. In een echte economie wordt structureel inzichtelijk gemaakt wat er verloren gaat wanneer we nog een snelweg aanleggen: meer afhankelijkheid van olie, interen op ecologisch kapitaal, een toename van longziekten, het verdwijnen van stilte en natuur in Nederland. Wanneer we deze overwegingen meenemen, merken we dat de meeste spullen uiteindelijk olie-intensieve artifacten zijn die enkel psychologische doelen dienen.”

Het sluit aan bij de strekking van onze website slimme financiering. We moeten eerst het rendement van een maatregel inzichtelijk maken. Bij het berekenen van het rendement horen alle effecten te worden meegenomen. Ook (negatieve) rendementen die bij anderen terecht komen of later in de tijd vallen, horen daar bij. Pas dan, als inzichtelijk is wat het rendement is, kan een discussie plaats vinden of de maatregel wel of niet verstandig is om te nemen en pas dan kan een onderhandeling plaats vinden over de verdeling van (hopelijk) winst of (liever niet) verlies.

En het rare is, zoals ik al zei, dit is niets nieuws. Lees een willekeurige inleiding in de economie er maar op na, het staat er allemaal in. Nergens zul je teksten aantreffen dat het eenzijdig sturen op een eendimensionale groei verstandig is. Desondanks doen we alsof het lessen uit de economische wetenschap zijn waar we ons op baseren. De schoorsteen moet immers blijven roken.

Diezelfde dag, in een andere krant, een interview met Herman Wijffels. Hij stelt dat er op dit moment, als reactie op bovenstaande, op het grondvlak van de samenleving initiatieven ontstaan waarbij ‘ze’ het heft in eigen handen nemen. Het gaat om zogenaamde prosumenten die een nieuwe samenleving aankondigen waarin het winstprincipe niet langer centraal gesteld wordt. Want de laatste 20 jaar is winst het doel geworden in plaats van een middel. En verderop in het artikel: De financiële markt heeft te veel macht gekregen, we steken ons financieel en ecologisch in de schulden.

Hier worden wel heel veel stappen tegelijk genomen. Ik betwijfel of de oplossing van de prosumenten gaat komen. Het klinkt leuk maar het zijn vooralsnog kleinschalige initiatieven. Nog los daarvan blijken consumenten in the end gevoelig voor korte termijn verleidingen, daar zijn vele voorbeelden van te noemen en boeken over vol geschreven. Hier moet de psychologie de economie helpen. En of het afschaffen van het winstprincipe de oplossing is weet ik ook niet. Als we winst eng interpreteren als het op korte termijn najagen van materiële welvaart en eigen belang dan klopt het wel. Maar als je winst ziet als het zetten van een stap richting het doel wat je jezelf hebt gesteld dan blijft dat een goed kompas. Maar los van deze trivialiteiten is het wel duidelijk wat Wijffels bedoelt.

De conclusie is dat het inmiddels wel mainstream aan het worden is dat we op deze weg niet door kunnen gaan. We gaan linksom of rechtsom de prijs een keer betalen (en doen dat nu al, de een wat meer dan de ander). Dat is goed nieuws. Maar volstrekt onduidelijk is nog hoe het dan verder moet. Ik zou zelf wel behoefte hebben aan een soort ‘belisboom’ of ‘mindmap’. Welke stromingen zijn er, wat zijn de onderliggende vooronderstellingen van die stromingen, en welke voor- en nadelen hebben ze? Want de stelling volmondig onderschrijven is één, het accepteren van de gevolgen van het onderschrijven is twee. Zelfs bij publieke organisaties als gemeenten zie we dat ze graag duurzaam bouwen maar als het puntje bij paaltje komt niet de portemonnee willen trekken en (zie bijvoorbeeld discussie over verbouwing binnenstad Eindhoven)   daarbij afschuiven op de toekomst of op andere partijen. Ik spreek hier geen waarde-oordeel uit. Ik neem aan dat ook een gemeente een positieve intentie heeft met dit gedrag. Maar als publieke partijen het al zo moeilijk afgaat, hoe moet dat dan zijn voor private partijen?

Rudy van Stratum