Om het verhaal van Greco te kunnen volgen moet ik nog twee dingen kort uitleggen. Dat is de rol van de overheid en die van het bankwezen. Een overheid zou je in termen van onze voorbeeld economie gewoon als een individu kunnen behandelen. Een overheid consumeert ook gewoon goederen (ambtenaren die moeten eten). Een overheid heeft echter een unieke bron van inkomsten, namelijk belastingheffing. Belastingheffing betekent in termen van onze voorbeeld economie dat je van alle burgers een deel van hun goederen opeist. Verder kan een overheid ook investeren. Ze kan bruggen bouwen, scholen stichten etc. Ook voor de overheid geldt een ‘budget constraint’. De goederen die ze bij haar burgers afvangt (belastingen) kunnen worden aangewend voor consumptie (ambtenaren salarissen) of voor investeringen (bruggen bouwen). Als ze op enig moment meer wil doen dan de belastinginkomsten toelaat, dan zal ze net als een burger gewoon moeten lenen. En net als bij een burger geldt dat ze over de leningen een vergoeding moet betalen en dat alle uitgaven in de tijd niet groter mogen zijn dan alle inkomsten in de tijd (life time budget constraint voor de overheid).
Een overheid is anders dan een burger omdat een overheid in principe oneindig lang leeft en altijd maar weer opnieuw aan haar renteverplichting kan voldoen door weer nieuwe schulden aan te gaan. Zolang iedereen gelooft dat de overheid uiteindelijk toch haar schuld aflost is dat geen probleem (maar zie de huidige discussie: schulden van landen kunnen zomaar worden afgeboekt, dus het verschil met een burger is hier relatief). Maar de overheid is ook anders dan een burger omdat de overheid de basis geld hoeveelheid in een economie bepaalt. Door aan de knoppen van de geldhoeveelheid te draaien ontstaat inflatie en worden de schulden van de overheid in reële termen kleiner. Op deze manier heeft de overheid een monopolie om haar eigen schulden in waarde te laten afnemen (rationele consumenten zullen dit in hun afweging betrekken en een hogere vergoeding vragen) en zo consumenten-beleggers via de achterdeur te benadelen (inflatie is daarom een vorm van belastingheffing).
Banken
In wezen kan in onze voorbeeld economie iedereen voor bank (als inlener-uitlener) spelen. Je kunt gewoon zelf een schuldbekentenis uitgeven en onderling elkaar belenen. Bij het verhaal van Greco gaat dat gegeven nog een belangrijke rol spelen. Dat is allemaal niet erg praktisch natuurlijk. In termen van de goederen economie is een bank een regeling waar het surplus aan goederen wordt gestald en waar iemand met een tekort naar toe kan om goederen op te halen. Er worden wat formulieren getekend en klaar. Later worden de goederen met vergoeding weer teruggebracht en kan de oorspronkelijke eigenaar ze weer ophalen. So far so good. In deze termen is een bank gewoon een soort administratie-huis die de handel versoepelt.
Maar de praktijk is uiteraard anders. Een bank hoeft fysiek natuurlijk niet al die spullen op en neer te sjouwen. Ze houden gewoon een kasboek bij met wat iedereen tegoed heeft. Nog steeds niets aan de hand. Maar het unieke van (zogenaamde geldscheppende) banken is het simpele feit dat een saldo bij een bank kan volstaan als definitieve betaling (waarbij het saldo van de een wordt verhoogd en het saldo van de ander wordt verlaagd). Op deze manier creëert een bank haar eigen mogelijkheid leningen af te sluiten waar ‘niets’ tegenover staat. Ook een bank kan op deze manier dus inflatie veroorzaken. Dat is de reden dat banken onder toezicht staan van de overheid. Het gaat hier om een unieke quasi-monopolie positie (quasi omdat er natuurlijk meerdere banken bestaan die elkaar tot op zekere hoogte beconcurreren) die banken in staat stelt niet alleen een vergoeding te vragen over haar bewaar-werk maar ook een uniek verdienmodel in het leven roept waarbij ze als het ware eigen geld kunnen maken en daar ook nog een vergoeding over kunnen berekenen. Banken krijgen in het boek van Greco de wind van voren. Greco stelt (zie later) dat het monopolie van banken en hun verdienmodel onze economie intrinsiek niet duurzaam maken. De onderlinge vervlechting van banken met overheden leidt tot steeds grotere schulden en dit weer tot steeds grotere rentelasten. Uiteindelijk resulteert dat in een (bewuste) concentratie van vermogen en macht die een rechtvaardige en duurzame samenleving in de weg staan en nu de reden zijn dat de wereldeconomie in een meervoudige crisis terecht is gekomen. Het pleidooi van Greco komt er in een notendop op neer dat er alternatieven zijn die de vicieuze cirkel van macht en schuld kunnen doorbreken. We kunnen van onderop met nieuwe ict-technieken onze eigen initiatieven financieren zonder de traditionele banken daarbij nodig te hebben.
Wordt vervolgd
Rudy van Stratum